De Kleine Komedie

Sport is theater. Maar sporters staan zelden in het theater.

Sport is drama. Sport is pijn. Sport is emotie. Kortom: sport leent zich prima voor theater. Zou je denken. Een juiste gedachte.

Sportmonologen in de Kleine Komedie

Maandag en dinsdag 5 en 6 september is het weer zover. In de Sportmonologen vertellen voormalige topatleten hun verhaal. Hun relatie met lange latten. Hun gevecht met boksen. Hun afzien met wielrennen. Hun oorlog met voetbal. In vijftien uitputtende minuten vertellen ze over hun pressie en prestatie, over winst en verlies, over falen en de eindstreep halen. Je hoort de adrenaline door hun lijf jagen. Je voelt de verzuring in hun benen. Het snot voor hun ogen. Van Thomas Dekker tot Kim Lammers, van Arnold Vanderlyde tot Bas van de Goor en John de Wolf, allemaal delen ze hun hoogste pieken en hun diepste dalen. De Sportmonologen begonnen ooit succesvol op de Parade. Met een show in De Kleine Komedie promoveerden ze naar de eredivisie van het zalencircuit. Nu dan op weg naar een Ereronde. En terecht. Theater leent zich prima voor sport.